Verwachtingsmanagement

Bij het uitstappen uit mijn cocon blijkt het broeierig weer te zijn. Vochtig en warm. Zo heb ik het hier nog niet eerder gevoeld. Vermoedelijk door de Tyfoon. Overigens vertelde Kanuka eerder al dat het dit jaar uitzonderlijk veel geregend heeft in september. Wat als voordeel heeft dat er heel veel mooie wolken tussen de bergen hangen. En dat de rijstvelden goed nat zijn. Maar als nadeel dat het dus veel regent. Gezien de hoeveelheid paraplus die werkelijk overal staan en hangen zal het echter niet heel uitzonderlijk zijn. Fraai bij effect vind ik dat die paraplus/parasols zorgen voor een soort instant elegantie. Net als de slappe hoedjes die veel dames dragen.

Na 4 weken hier vind ik het grappig te merken dat ik het modebeeld steeds mooier ga vinden. Globaal is de mode voor vrouwen in te delen in 2 stijlen. Bij de ene zijn de broeken/rokken vaak wijd, lengte hoog water en wordt dit gedragen over een aansluitend shirt. Bij de andere juist een ruim vallen shirt tot rond de knieën met daar onder een strakkere broek. Dat geldt overigens voor de wat jongere generaties. De vele oudere dames hebben over het algemeen een broek aan met een gebloemde blouse er op. Daarnaast soms een heel andere kledingstijl maar dat zijn meer uitzonderingen. Of wel natuurlijk de kimono’s of iets wat er ultra sjiek en designer made uit ziet. Van deze laatste een paar gezien vandaag. Visuele cadeautjes.

Het Miho museum staat omschreven als een futuristisch gebouw met daarin de kunstcollectie van een rijke familie. Aziatische, Egyptische, Zuid en centraal Amerikaanse kunst. De weg er naar toe is prachtig. Kronkelend met een riviertje ernaast , hier en daar een haarspeldbocht. Wisselende watervallen en verkleurende bladeren maken het af. De Acers op de parkeerplaats verkleuren ook al. Onderweg zie ik een ook een kunst stuk: de pilaren van een brug. Vind ze erg mooi:

Het gebouw waar het kaartjesloket en restaurant zich bevindt is vrij gewoon. Daarna volgt er een weg omhoog. 500 meter waarvan een deel door een tunnel bekleed met roestvrij staal. Als je de tunnel uitkomt zie je de ingang van het gebouw. Een trap naar een schuifdeur met een grote ronde glazen cirkel. Naast de trap staat aan beide kanten een rijtje van bomen. Een bekende soort naaldboom met van die lange naalden. Ik weet de naam zo niet. Ze zijn zo gesnoeid dat de sierlijke takken kaal zijn. Als een soort sculptuur. Alleen aan de bovenkant zijn de naalden zichtbaar. Een bijzonder soort kunst wat mij betreft.

De centrale hal heeft een giga grote glazen wand waardoor je uitzicht hebt op glooiende bossen. Er achter een oude naaldboom maar dan niet gesnoeid. Wel gestut door palen zoals je veel ziet in zen tuinen ook. Een mooi liefdevol beeld geeft dat. Het hele gebouw is met marmer bekleed. Er zijn 2 vleugels die grotendeels wegvallen in de berg zelf. Je vraagt je af hoe rijk rijk is als je zo’n museum kan laten bouwen.

Er hangen instructies bij de ingang. In het museum mag je geen overlast veroorzaken voor andere gasten, geen foto’s nemen, de kunst niet aanraken, geen balpen gebruiken en ook geen schetsen maken. Ik merk dat ik een beetje een sik begin te krijgen van al die regels. Geen foto’s ok. Maar geen schetsen? Of aantekeningen met pen? Alsof die laatste plots een eigen idee krijgt en zichzelf al kriebelend op een kunstwerk zal storten.

Als mini daad van rebellie loop ik de route in tegengestelde richting. Zo denk ik. Lekker puh.

Gevoel van weerstand
Uiterste daad van verzet
Tegendraads lopen

In mijn hoofd was dat futuristisch ook gekoppeld aan de kunst. Ik verwacht dus een museum met prachtige moderne kunst van over de hele wereld. Geloof echter dat het jongste relikwie minsten 1500 jaar oud is. Het was, zacht gezegd, even schakelen. Maar ook hier weer door de manier van presenteren toch prachtig. En eigenlijk best een fijne afwisseling na al die moderne kunst. Het bracht ook weer associaties met andere reizen met zich mee. Herinneringen aan de landen maar ook aan degene met wie ik daar was. Een trip down memory lane in het nu. Fijn.

Terug door de tunnel valt me op dat die is beslagen met condens. Ik teken er bloemetjes in. Staat nergens dat dat niet mag.

 

De lunch bestel ik bij het restaurant weer beneden. Een vrij traditionele lunch. Soep, rijst en diverse groenten waarvan ik van 6 van de 7 werkelijk geen flauw idee heb wat ik eet. Lekker is het wel. Voor het raam oefent een klein meiske aan de handen van opa met de eerste pasjes. Ze wankelt maar valt niet. Opa wijst een dikke mier aan. Oh jee… die is groot. Schrikt eerst. Stapt achteruit maar dan toch er op af. Leuk universeel beeld: opa met kleinkind.

Voor de middag had ik afgesproken met iemand uit Kyoto maar door het super slechte weer gaat dat niet door. Wat zal ik dan nu doen? Toch die tempel bezoeken? Of naar die pottenbakkersmarkt? Gezien het verschil in smaak trekt dat me ook niet echt. Waar heb ik nou echt zin in? En dan bedenk ik het me.

Eerder naar huis gaan. Eventueel bij vrienden langs in het Noorden. Lekker kletsen en brood met kaas eten. Kortom ik heb heimwee. De dag ervoor had ik het ook al even gedacht maar toen afgedaan als onzin. Vandaag lukt me dat minder goed. Ik merk dat ik er moe van wordt om reisleider, chauffeur, navigator, reisgezelschap, mindfulness beoefenaar en verslaglegger in een te zijn. Ik houd van Japan en de Japanners. Wil graag een keer terugkomen want het is hier echt ernstig mooi. Maar misschien is het ook gewoon wel mooi geweest. Ik kijk zelfs naar terugvluchten.

Nu na een mooi onsenbezoek voelt het alweer anders maar als het de komende dagen terug blijft komen dan geef ik er aan toe. En dat mag dan gewoon van mezelf. Heerlijk idee.

De onsen was overigens heel mooi gelegen. Aan Japans grootste meer. Uitzicht er over op de bergen met dreigende wolken en een roodkleurende hemel.

Het plekje waar ik nu sta is ook prima. Naast het meer met toch nog weer een paar andere busjes en kampers. Misschien zijn er hier weer wat meer reizigers. Ik blijf hier vanavond ook.
Zo eerst maar eens koffie uit de automaat halen en een wandeling maken langs het meer.