Vanmorgen weer vroeg wakker. Zelfde stek als vorige nachten, dus lekker vertrouwd. Naast me wederom autogeluiden. Na het mediteren aangekleed en de blinderingen opgehesen. De onsen is nog niet open. Helaas voor de man naast me, maar hij maakt handig gebruik van zijn tijd. De auto is nat en hij poets hem schoon in draaiende cirkels. Ik moet denken aan mister Miyagi en bedenk dat hij vast ook goed is in karate. Moet gniffelen. Dicht ze nog al wat magische dingen toe de Japanse medemens. Gisteren zag ik toch ook een mindere kant. Zo rustig als ze kunnen wachten in rijen bij het openbaar vervoer zo venijnig pikken ze parkeer plaatsen in. Tja… dus toch ook gewone mensen. Een geruststellende gedachte.
Na de waterflessen te hebben gevuld ga ik op pad. Na het zien van al zoveel kunst van wat wisselende mate van indrukwekkendheid merk ik dat mijn animo wat is gezakt. Nog voor het ontbijt ben ik al weer meerdere keren verdwaald. Niet de beste dag tot nu toe.
Na heel wat omwegen, dapper doorzoeken en pitstops
Blaas verzoekt dwingend
Plas gedaan in ’t open veld
Opgelucht verder
Is daar dan toch het eerste kunstwerk. Het maakt geen indruk. Dusdanig weinig zelfs dat ik nu niet eens meer weet wat het was. Ik besluit dat ik in de loop van de middag het gebied verlaten wil hebben. Nagano het volgende plan om te bekijken. Op de kaart zie ik nog een aantal kunstwerken welke ik op mijn vluchtroute toch nog wil zien.
Eén blijkt een museum te zijn van een environmentalplanner/kunstenaar. Hij heeft een poster gemaakt over Earth Day. In 1970 wel te verstaan. Op een video zijn diverse manifestaties te zien die hij in de jaren 60 heeft bijgewoond. Ze gaan over de milieuproblemen, de vervuiling, het gebruik van plastic. De poster had de afgelopen week wel gemaakt kunnen zijn (foto ’s volgen). Een ander is een verzameling plastic maskers. En daarnaast nog veel werken over landverschuivingen en overstromingen. Het zal ook wel aan mijn bui liggen maar het maakt dat ik nog wat melancholischer word. Wat is mijn aandeel hierin? En wat kan ik er zelf in veranderen? En hoeveel nut heeft dat als ik het plasticgebruik van 100 miljoen Japanners bekijk?
Het is me de laatste dagen opgevallen hoe enorm veel afval ik hier produceer. Bij het eten krijg je handdoekjes in plastic. Disposable stokjes van hout maar in plastic. Veel is per stuk verpakt in een andere verpakking. Plastic tasjes bij de supermarkt. Misschien valt het wel meer op omdat mijn mobiele thuisje sneller dicht groeit. Maar ook het watergebruik in de onsen valt me op. Waarschijnlijk omdat we zo gemoedelijk bloot naast elkaar zitten te schrobben valt het meer op. Maakt me wel weer meer bewust in elk geval. Nu nog een plan van aanpak hoe ik mijn gedrag wil aanpassen….
Onderweg naar het volgende kunstwerk moet ik even kijken op de kaart. Naast de weg zit een oude dame en haar hondje. Strohoed op. Rustig te kijken. Ik vermoed dat ze op iemand wacht. Ondanks mijn verdwaal preventie poging raak ik toch weer de weg kwijt en keer op mijn schreden terug. Ik zie dat zij in dat kwartier 100 meter is opgeschoven. Misschien wachtte ze helemaal niet op iemand maar was ze gewoon haar hondje aan het uitlaten.
Ik raak het verdwalen echt spuugzat en zet googlemaps aan. “Drive straight” zegt de mevrouw nogal streng. Amehoela, denk ik, nog geen recht stuk weg gezien. Waar komt dat trouwens vandaan… amehoela… toch eens opzoeken.
Besef me hoe blij ik ben met mijn rijervaring in de bergen. En met mijn vaders advies te sturen als een formule 1 rijder. Doorgeven, nooit over pakken. Op het laatste stuk de bergen uit komt het bijzonder goed van pas. Het is een inimini weggetje vol haarspeldbochten. Ergens halverwege staat er een soort hek half over de weg. De tekens zeggen me niets. Omdat er net een Aziatisch uitziende tegenligger langs me is gekropen denk ik het toch te kunnen negeren. Een stuk verder op is de andere kant van de wegversperring. Een stuk duidelijker, maar goed. Heb het toch al naar de overkant gehaald. Nu terugkeren betekent dus 2 keer wat stoms te doen. Ik besluit door te rijden.
Er volgt een klein dorpje wat vastgeplakt ligt aan een smal stuk bocht. Er zijn een stuk of 5 oudere mensen aan het werk. De één voorovergebogen, de ander zittend op de grond. Eén heeft benen zo krom als een hoepel. Allemaal hebben ze een opvallend kromme rug. Moet denken aan de nieuwe afwijking de Gameboy spine, waarbij de rug krom groeit door de verkeerde houding tijdens het spelen. Zullen ze nu allemaal een Gameboy hebben?
Aan het einde van deze eindeloze weg een laatste kunstwerk. Daar kom ik James weer tegen. Een jongeman uit Hong Kong. De vorige keer al een grappig gesprek en nu weer. Hij vertelt me dat de werken morgen ook nog te zien zijn dus als ik nog zin heb… ugh nee merk ik. De kunst-kijk-koek is voor mij nu echt even op. Hij gaat samen met vrienden de komende weken de rijst oogsten. Ik merk dat ik het zo fijn vind om even gemakkelijk Engels te spreken dat ik in de verleiding kom voor te stellen dat ik wel mee wil helpen met de rijst oogsten. Het moet niet gekker worden… Wel wisselen we telefoonnummers uit. Volgend jaar familiebezoek bij neef Laurens denk ik. Wil zijn verloofde wel ontmoeten en zijn boerderij zien. Wie weet ooit..
Ik ben moe. Merk dat ik het lastig vind om beslissingen te nemen. Krijg een mild paniekgevoel. Het gevoel wordt enthousiaster en straks ook nog donker. Ik neem wat te eten en prik een punt op de kaart. Daar ga ik slapen. Op een nieuwe plek. Zouden er meer mensen zijn?
Het is een half uurtje rijden. Bij aankomst is het nog net licht. De boerenmarkt wordt ingepakt. Ik zie 2 meisjes die kennelijk stokstaartjes als huisdier hebben. En de camper naast me heeft 2 hondjes. Ik doe gewoon net of het waakhonden zijn. Ze willen mij vast ook wel een beetje bewaken.
Nu nog een plan maken voor morgen. Hier op deze parkeerplaats lokt niet. Maar wat dan wel?
Ik ga zo eerst slapen. Het is nog geen acht uur. Maar dan is deze dag in elk geval weer voorbij.