In de ochtend krijg ik een mail van Joris. Heimwee is best normaal. En doe je niet stoer voor, dat is niet nodig. Een goede reminder. En het zet me aan het denken. Doe ik dingen om stoer te zijn? Of omdat ik het zelf wil? Gisteren avond had ik de optie om mijn busje direct aan het water te parkeren voor de overnachting. Vlak bij mijn plekje van de nacht ervoor. Het zou vast prachtige plaatjes hebben kunnen opleveren voor website. Ik ga lekker staan op mijn vertrouwde plekje 100 meter verder op. Veilig tussen de anderen. Kies gewoon voor waar ik me goed bij voel. En vind dat eigenlijk wel zo stoer van mezelf. Doe dus toch dingen om stoer te zijn. Voilà het cirkeltje is rond.
Gezien mijn besluit te blijven boek ik voor de laatste 3 nachten in Tokyo een hostel vlak bij Ayumi en Kiomi. Lekker vertrouwde buurt. Ayumi had het hostel aangeraden. Het ligt op 2 minuten van hun huis. Hij logeert daar soms zelf. Vindt hij een leuke manier om zijn Engels te oefenen. Wat een grappige actie vind ik dat. Zal ze een berichtje sturen. Misschien past bij kletsen in hun agenda. En Onur appen voor tips. En nog een dame uit Tokyo waar ik eerder contact mee had. Voelt al bijna alsof ik hier een sociaal netwerkje heb. Maar stel het nog wel even uit. Na zo lang rust wil ik niet direct weer afspraken merk ik.
Om bij Naomi te komen kan ik kiezen uit 2 routes. Ik besluit de iets langere te nemen door de bergen en langs een tempel. Misschien een mooi rust momentje. Vind het spannend. Googlemaps kan het adres van Naomi niet vinden dus hoe gaat mij dat lukken? Maar goed eerst de tempel bekijken.
Er rennen heel veel hardlopers langs de weg. Sommigen vrij ontspannen maar sommigen ook alsof ze volslagen zijn uitgeput. Ze rennen richting de tempel maar even later ook weer terug. Zou het een nieuw soort pelgrim zijn? Een van de vrouwelijke renners heeft een pet op en een soort bivak voor haar gezicht. Armen bekleed met losse armbeschermers. Zou gebrek aan zonlicht misschien de reden zijn voor de vele kromme benen? Een vitamine D gebrek? En hoe lang zou de route zijn? De man die me eerder had geholpen om het adres van Naomi te achterhalen had de dag daarvoor mee gedaan aan een trailrun. 100 kilometer was het doel. Hij had 93 kilometer gehaald. Toen was de tijd op. Hijzelf kennelijk nog niet. Ongelooflijk.
Het is verder vrij rustig bij de tempel. Het blijkt vandaag weer een feestdag te zijn. Een deel van de tempel is afgesloten. 2 gebouwen zijn open. Bij de ene zit een vrouw. 500 Yen zegt ze. Maar waavoor dan vraag ik me af? Zij legt het me uit in vloeiend Japans. Nergens hangt iets in het Engels. Edoch. Heb niets beters te doen dus tel de 500 yen neer.
Eerst ziet het er uit als een normaal altaar. Dan valt mijn oog op een plastic bordje met een pijl. Kennelijk is daar iets te zien. Nieuwgierig dus ga kijken wat precies. En dan zie ik door een glazen plaat in het altaar een gemmumificeerd lijk in meditatie houding. Wie of wat blijft voor mij een raadsel. Zou degene zo zijn gestorven? In het harnas zeg maar? En pleit dat nu voor of tegen mediteren?
Het gebouw er tegen over is een museum waar allemaal beelden langs de muur staan opgesteld. Ook 2 enorme houten beelden van de bewakers van een tempel. Wat een woudreuzen moeten dat zijn geweest voordat ze tot beeld werden gemaakt.
Als ik weer buiten sta zie ik nog een paadje omhoog lopen. Via aan steeds smaller wordend stuk kom ik uit in een prachtig bos waar een paar bankjes staan. Er kabbelt een beekje langs, de wind ruist door de bomen. Dit is vast wat ze een bosbad noemen. Wat een weldaad.
Er kronkelt een laadje verder omhoog. Er hangen bordjes met uitroep tekens en Japans. Maar ook een kaart waar de route op staat. Ik heb nog wel even tijd dus scharrel door. Was misschien wel handig geweest als ik water mee had genomen. Of wandel schoenen aan had in plaats van slippers. Op het kaartje is te zien dat er een soort rondje moet zijn. Een rood stipje staat er op. Onder op de kaart een zelfde rode stip met tekst. Vermoedelijk hier staat u. Ik besluit door te lopen. 6 km staat er dat moet te doen zijn.
Op het moment dat ik me afvraag of er ook slangen zouden zitten glijdt er een mooie gifgroene slang weg. Dat gif in het woord gifgroen zou dat ergens voor staan? Extra opletten dus maar. En zwaaien met de wiggelroede tegen de enorme spinnen. Moet ineens denken aan Japanse encefalitis. Waar zou die naam ook alweer vandaan komen.
Het is er erg mooi. Wel hier ook schade van omgevallen bomen. En los gewroete grond door zwijnen. Misschien zijn die bordjes daar wel voor. Het volgende bordje. Het stipje is verplaatst. Als ik bedenk wat ik gelopen heb moet mijn theorie kloppen. Nog weer een half uur verder staat of de stip of het bord op een reeds 1 uur geleden gepasseerd stuk. Bij nader inzien is dit misschien toch niet zo’n goed plan. Niet kunnen lezen waar je naar toe gaat noch in taal noch in beeld maakt het wat penibel. Dus weer rustig dezelfde route terug. 2 uur later niemand gezien , wat een rust.
Stip: u bent nu hier. Waar u bent is niet bekend Voortschrijdend inzicht
Als ik doorrijd kom ik uit waar googlemaps mij heen stuurt. Geen huis nummers te zien. Geen kip op straat. Hoe weet ik nu waar ik moet zijn. Dan 1 man. Ik zie in hem mijn redder in nood. Hij zie in mij wat anders want draait snel om en fietst weg.
Dan een andere man die zijn auto parkeert. Ik laat hem het adres zien. Hij duikt met mijn telefoon in zijn auto. Start deze. En voert het adres in in de navigatie. Op een briefje schrijft hij 1,4 km en wijst een richting op. Terug bij mijn auto toch nog 1 poging met mijn navigatie. Ik draai wat om en plots verschijnt daar de route. 1,5 kilometer.
Daar staat inderdaad een tempel.
Ik parkeer mijn busje. Yoehoe hoor ik. Jorien…. Naomi staat in het raam. Wat een opluchting. Krijg acuut tranen in mijn ogen.
De deur van de tempel wordt open gedaan. Naast haar staat een lange jongeman. Dit is mijn zoon Kyo. We slaan rechts af en komen in een soort woonkeuken. Daar ontmoet ik Mae. Er valt een last van mijn schouders. Voelde het eerder nog als een soort sociale verplichting om naar Gifu te komen, nu voelt het als een heerlijk warm bad.
Na een kopje thee is er gestommel achter de rijstpapieren wand richting tempel. Daar verschijnt zoon nummer 2 achter vandaan met een baby’tje op zijn arm. Het blijkt zijn dochtertje te zijn. 6 weken oud. Vandaag moet er voor het meiske gebeden worden. Zijn vrouw komt ook binnen. Prachtige klassieke Japanse vrouw. Of ik bij de ceremonie wil zijn. Of ik dat wil? Jemig… ik voel me super gezegend dat dat mag. Wat een cadeau. De verse vader draagt een traditioneel wit pak. Er over heen een doorschijnende lange jas. Zijn hoofd is kaal geschoren. Ik vermoed dat hij een priester is of zoiets.
Voor we de tempel ingaan nog wat gestommel. Er komt iemand binnen die er uit ziet als een wat norse formele man. In officiële kledij van een priester met een kaal geschoren hoofd. Dit is mijn man zegt Naomi. Verhip denk ik. Nooit aan gedacht dat die ook nog bestond. En als dat al zo was had ik me deze man nooooooit bij zachtaardige Naomi kunnen bedenken.
Dit is Jorien zegt Naomi. En nog wat in het Japans. O zegt hij. En dat is het.
Er worden kussens klaar gelegd in de tempel. Op een ervan wordt het dochtertje gelegd. De man van Naomi komt binnen met nog meer officiëlen attributen omgehangen. Vader en opa nemen plaats op de kussens bij de bel en het slaginstrument om de maat aan te geven. Er worden een aantal liederen gezongen en rituelen uitgevoerd. Daarna mogen wij allemaal wat kruiden gooien op een smeulend bergje in een kom. En dat was het. Opa legt wat spullen af en excuseert zich voor zijn vertrek vertaald door dochter Mae. We hebben 2 tempels zegt ze om het uit te leggen.
We kletsen even en dan zegt Naomi: come. Time to relax. En brengt me naar een massage stoel. Een automatische kneedmachine. Bij een onsen 2 keer eerder in gezeten. De eerste was heerlijk. De tweede een soort martel machine waarna ik besloot het nooit meer te doen. Vermoed dat deze echter vast wel goed werkt dus geef me er aan over. Heerlijk. Nog zo’n cadeautje.
We praten weer verder onder het genot van een kopje groene thee. Althans Kyo Mae en ik. Naomi is druk in de keuken. Op mijn vraag hoe het is om in een tempel te wonen zegt Mae gewoon en Kyo moeilijk. Net als ik wil vragen waarom het moeilijk is komt Naomi er weer bij. Misschien op een ander moment beter.
Mae vraagt van alles en vertelt ook veel. Ze heeft 4 jaar in Thailand gewoond. Is sinds 1,5 jaar weer terug en woont en werkt in Nagoya. Ze is 30 en vrijgezel. Kyo vertelt ook wat. Zijn accent klinkt behoorlijk als impacable British. Als ik vraag hoe dat komt vertelt hij dat hij dagelijks oefent op zijn uitspraak. Volgens mij is het een bijzondere jongen. Hij wikt en weegt zijn woorden, vertelt geen vrienden te hebben, geen social media te gebruiken en een part time baan te hebben als post bezorger. Bijzonder hoe open ze gelijk over van alles zijn.
Dan is het tijd voor het avond eten. Zalig! Met wederom van alles wat ik niet ken maar werkelijk heerlijk gegeten. Na het avond eten brengen we Mae naar het treinstation. Zij moet morgen weer werken. Wel kijken we eerst nog op afstand naar de boten waarop ze op traditionele wijze vissen door vogels te gebruiken. Cormorands als ik het wel heb. Zijn het Aalscholvers? Ik heb gelezen dat er een touw om de hals zit wat te strak zit om grote vissen door te slikken. Ben blij dat we op afstand kijken. De vlammen op de boten zien er wel mooi uit zo op het water.
Na thuiskomst maken ze een bad voor me klaar. En dan is het op. Tijd om te gaan slapen. Mijn bed ligt in een deel van de tempel. Naomi had nov wel een grapje gemaakt over geesten. Het is kennelijk ook een begraafplaats. Vannacht beschouw ik ze gewoon als bescherm engeltjes.