Eiland bestaan

Wakker voor de zonsopgang. Eerst maar eens kijken hoeveel toeristen er nu bij de Yellow Pumkin zijn. Het is hét symbool van het eiland. Als kunstwerk geplaats op een pier vlak bij de parkeerplaats waar ik heb overnacht. Er is nog niemand maar het is ook nog maar half 6 of zo. Zowaar nog voor de zon op de pompoen schijnt zijn er nog 2 gekke toeristen. Ze komen uit Tokyo en verblijven nu in het Benesse Art house. Ik bied aan om een foto van ze te maken. Zo gezegd zo gedaan. Eén van de twee zet haar ogen op standje groot. Als de foto klaar is zakken ze weer terug in het normale model. Het is een bijna onherkenbaar ander gezicht.

Nadat de eerste zon op de pompen schijnt vraag ik of ze ook een foto van mijn willen maken.

Het bezoeken van Naoshima stond hoog op mijn droomlijstje. Van de toch soms aanwezige stress had ik het bijna geskipt. Zou de boot wel gaan? Had ik niet moeten reserveren? En waar laat ik de bus dan? Vind het maar fijn dat ik mijn stulpje mee heb kunnen nemen. Grappig.

Voor vertrek kreeg ik van Ellen een zelfgemaakte sleutelhanger met daaraan een bedeltje van een schildpad. En de wens dat mijn busje maar net zo’n veilig huisje mocht zijn. Mooi dat het toch ook echt zo voelt. Behoudens tijdens die tyfoon dan he…

Het strand ligt bezaaid met zeewier. Niet gek dat het een deel is van het dieet hier. Het ligt letterlijk voor het oprapen. Op een grootveld beweegt er ineens een groot stuk. Het gaat aan de wandel zeg maar. Het blijkt op de rug te zitten van een enorme krab. Acht poten en 2 scharen. Mooie camouflage.

Rond half 8 ben ik in Honmura, een van de drie dorpjes op het eiland. Het Art House project gaat pas om 10 uur open. Ruim voldoende tijd om wat rond te scharrelen. Mijn Ice Coffee haal ik uit een van de frisdrankautomaten. Het is nog super rustig. Ik kom bij een tempel uit. Een andere dan normaal. Ervoor een trap met dikke glazen treden naar toe. Het blijkt onderdeel van de Art House projecten te zijn. Zonder kaartje… Foei!

Terug bij de haven blijkt er een wifi-spot te zijn. Eerst maar eens de blog plaatsen. Dan even mijn mail bekijken. Ik had gisteren een mailtje gestuurd naar Hattoji internatiol villa. Een beetje tegen beter weten in dacht ik, maar ze hebben warempel nog een kamer voor me vrij. Het is in de middle off nowhere naast een tempel. Leek me een mooie plek om nog weer eens even stil te staan. Woensdag en donderdag ben ik daar. Fijn te weten dat ik ook dan niet hoef te zoeken naar een overnachtingsplek. Wel weer tegen mijn voornemen in om niet in hotels te slapen. Het loslaten lukt steeds beter zal ik maar zeggen. Tot vrijdag middag dus weer offline. Als het goed is…

Dan gaat het Art house project bijna open. Dat project bestaat uit een 6-tal traditionele huizen die zijn gevuld met Contemporary Art. Als ik een kaartje heb bemachtigd (lees gekocht bij een loket) kan het visuele feestje beginnen.
Door smalle straatjes wandelend op zoek naar de huizen. Door toeval voelt het alsof ik ze zie in een volgorde van toenemende schoonheid. Ook bij de tempel kom ik weer. Dit keer ook in het deel waar No Entry staat. Een super smalle gang leidt naar een holte onder de grond. Het blijkt dat de glazen trap doorloopt tot aan de bodem van de grot.

Van ‘t bovenaardse
Via glazen trap zo naar
De onderwereld

Het laatste project is eigenlijk vooral een ervaring. Maar wat voor een. Bij aankomst moet ik wachten. Er mogen maximaal 8 tegelijk naar binnen. Wel krijg ik alvast een instructieblad te lezen. Binnen is het erg donker. Houd je bij het naar binnengaan daarom vast aan de muur. Telefoons moeten uit. Er mogen ook hier geen foto’s worden gemaakt. Er mag niet worden gesproken. Er dient naar de begeleiders te worden geluisterd. En of als we binnen zijn je gewoon naar voren wilt kijken. Dat belooft wat.

Als we naar binnen mogen blijkt heel donker een understatement. Met een hand aan de muur en een voor me uitgestrekt om niet tegen mijn voorganger op te botsen loop ik bijna tegen een muur op. Nog een hoekje om dus. En dan mag ik gaan zitten op het bankje. Welk bankje denk ik. Tot mijn scheen zegt: dit bankje.

De instructies worden eerst gegeven in het Japans. Dan in wat moeizaam verstaanbaar Engels. Just think about right hoor ik. Ze zal vast ‘bedoelen vermoed ik, de grapjes over suplies/suprise komen ergens vandaan. Het is echt pikkedonker. Je ziet dus geen hand voor ogen. Een test. Oh… toch een hand… Ik ben dankbaar voor alle worteltjes die ik ooit heb gegeten.

Na een paar minuten zie ik toch echt een wit vlak.

Dan de stem van de mevrouw weer. Er is niets veranderd aan het licht in deze kamer. Het enige wat is veranderd zijn jouw ogen en de verwerking van wat je ziet. We mogen naar voren lopen. Bijzonder om te zien hoe goed er nu gewoon los te lopen is.

Volslagen donker
Denkende aan worteltjes
En toen was er licht

Het is even bijkomen. Rustig aan dus maar. Ik slenter weer richting haven. Ergens langs de weg kom ik langs een afdak boven een spiegelgladde lichte vloer. Die ochtend eerder had ik er een oude dame al in de weer gezien met een bezem. Ondanks dat haar ogen heel wat ouder waren dan de mijne zag zij er kennelijk vuil liggen wat ik niet zag. Dit keer staat er een autootje. Zo een typische Japanse. Een soort vierkant blokje auto met afgeronde hoeken. Ik moest in het begin erg wennen aan het koddige model maar vind ze nu inmiddels fantastisch. Vooral de metallic roze. Maar goed ik dwaal af. Waarom ik het beschreef is dat door die vloer en de auto daar midden in het net een soort mini tentoonstelling is. Een soort van (on)bedoelde mini-tentoonstelling.


Ook zonder zoeken
Biedt Japan overal kunst
Gewoon door kijken

Voor de lunch ga ik terug naar hetzelfde cafeetje als gisteren. Elke keer wat nieuws proberen doe ik niet meer. Inmiddels fervent fan van de spreuk Never change a winning team. Ik gun mezelf die rust.

Tijdens het verorberen van mijn pannekoek komen er 2 jonge dames binnen. Na eventjes raken we aan de praat. Degene die het beste Engels spreekt verteld dat de andere de eigenaresse is van het tentje. En dat ze ook een guesthouse heeft op een van de andere eilanden en nog een cafe weer op een andere plek. Die wat verlegen ogende jonge vrouw heeft dus een super goed zakelijk inzicht. Leuk!

Verder krijg ik nog tips over hoe en wat ik morgen nog moet doen voor ik naar Hattoji ga. Ik hoor het aan. Morgen is er weer een dag. Kijk wel hoe die loopt. Ook vertellen ze dat een van de 2 musea die ik nog wil zien niet zo heel bijzonder is. Mooi denk ik. Die sla ik dus over. Kan altijd een volgende keer nog.

Ze vragen me waar ik verblijf. Ik biecht op dat ik in mijn busje heb geslapen.

Oh wauw.

Stoer.

Nee hoor dat is niet illegaal en mag hier gewoon.

Lijkt me betrouwbare informatie komende van een Guesthouse eigenaresse. Fijn.

Die middag staat het Chi Chu Museum zo maar ineens op mijn programma. Er is een rijtje voor me. Van 1 persoon om precies te zijn. Want voor me staat John uit Londen. We moeten toch best lang wachten want de meeste kaartjes zijn online al verkocht. Hij is hier met zijn zoon die in Singapore woont. Nu is hij even alleen. Zijn zoon heeft dit museum al vaker gezien.
Uiteindelijk heeft hij een kaartje. Zelf mag ik vrij vlot daarna ook door. Ook dit museum is net als het Benesse Art House van gisteren, ontworpen door Ando. Zijn handschrift is herkenbaar. Heel veel glad beton. Geometrische vertrekken en gebruik makend van natuurlijk licht.

Toch is dit museum ook weer totaal anders. Nagenoeg alles is ondergronds.
In een van de super strakke enorme ruimtes liggen marmeren blokjes op de grond als wit mozaïek. Hier zijn de muren wit geverfd. Het plafond ook. Er valt daglicht naar binnen via onzichtbare ramen boven het plafond. Dit is de enige verlichting van de 5 enorme schilderijen van Monet. Normaal gesproken niet zo’n groot fan hiervan maar nu is het net of ik ze voor het eerst zie. En mooi dat ik ze vind…. Bizar wat presentatie en belichting kan doen.

John staat aantekeningen te maken in een boekje. Dan komt een van de supposten met een potlood op hem af. Of hij dat in het museum wil gebruiken. Pennen zijn verboden in het museum. To protect the art works. Dus….

Een ander vertrek is een kamer met aan alle kante betonnen banken tegen naar buiten lopende witte muren. Aan de boven zijde van die muren is de overgang naar het plafond afgerond en in het midden is een open vierkant waardoor je de hemel ziet. Dat is het kunstwerk. En ook dit… wauw.

Tijd om alles te laten bezinken tijdens een strandwandeling. Er liggen weer prachtige schatten. Hele mooie stukken hout, prachtige schelpen, een zee ster.

Ik laat ze allemaal liggen. Op een stuk steen na. Als ik het op pak is dat zo licht. Ik doe een testje en ja hoor… Het blijft drijven. Daarna laat ik ook dat weer liggen. Oefening baart kunst.

Gisteren in het Benesse Art house een niet heel bijzonder schilderij gezien van een baai met erop een zwart bootje en een geel bootje. Ervoor liggen de bootjes van het schilderij. Hierdoor, door de locatie en het formaat toch weer indrukwekkend.  Vandaag zag ik dit:

De dag sluit ik ook weer af bij de pompoen. Dit keer de zonsondergang. Prachtige rode kleuren in de lucht en op het water…. Het is zo druk dat ik me terugtrek in mijn stulpje om mijn hoofd weer wat leeg te schrijven.

Het was een lange prachtige dag.